Nederlandse militairen ingezet tegen rellen op Curaçao

Nederlandse militairen gaan de politie van Curaçao helpen met het handhaven van de openbare orde. Daar had Curaçao om gevraagd nu er al dagen massale plunderingen en brandstichtingen plaatsvinden op het eiland.
Veel mensen op het eiland zijn boos over het coronabeleid, waardoor ze hun werk kwijt zijn. Dat terwijl het al jaren slecht gaat met de economie en er nu bezuinigingen en hervormingen moeten worden doorgevoerd om te kunnen rekenen op financiële steun van Nederland.
De demonstranten eisen dat het kabinet opstapt.
Woensdag werden in het centrum van Willemstad hele wijken gesloten om te proberen te voorkomen dat er geplunderd zou worden en brand zou worden gesticht. Ook is het kabinetsgebouw bestormd en was er de afgelopen dagen een avondklok van kracht.
De militairen zullen op straat patrouilleren en agenten ondersteunen. En een eenheid van de landmacht helpt bij bescherming van met name overheidsgebouwen. Het gaat om enkele tientallen mensen.
Op Curaçao wonen zo'n 160.000 mensen. De helft daarvan is nu afhankelijk van de voedselbank. Het eiland is erg afhankelijk van het toerisme. Maar door de coronacrisis blijven toeristen weg.
Omdat het geld snel op raakt, moeten de autoriteiten subsidies stopzetten. Bijvoorbeeld voor het vuilverwerkingsbedrijf Selikor. Vuilnismannen die daar werken, moeten nu al 12,5 procent salaris inleveren.