Het slavenregister omvat de namen van mensen die tussen 1839 en 1863 in slavernij op Curaçao leefden. In dezelfde database zullen ook de nog bestaande emancipatieregisters van Curaçao worden opgenomen. Die bevatten de namen van de eilandbewoners die in 1863 vrijkwamen bij de afschaffing van de slavernij.
De digitalisering van het register volgt op de publicatie van de Surinaamse slavenregisters in juli 2018 en oktober 2019. Naast de nationale archieven van Curaçao en Nederland verlenen onder meer de Anton de Kom Universiteit van Suriname, het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) en de Radboud Universiteit Nijmegen steun aan het project onder leiding van Coen van Galen en Maurits Hassankhan.
De meeste slavenregisters van Suriname en Curaçao waren niet digitaal beschikbaar. Vrijwilligers hebben geholpen met de digitalisering van de archieven.
Volgende stap is publicatie burgerlijke stand Suriname
"De komende jaren gaan we dit project uitbouwen met een database van de gehele bevolking van Suriname en Curaçao tussen 1830 en 1950", aldus Van Galen, onderzoeker aan de Radboud Universiteit, tegen NU.nl. "De eerste vervolgstap is het ontsluiten van de gehele burgerlijke stand van Suriname uit die periode."
"Die is nooit gepubliceerd, waardoor er een gat zit in onze kennis over de periode tussen het einde van de slavernij en het begin van de twintigste eeuw. Wat bijvoorbeeld in de periode van Staatstoezicht na het officiële einde van de slavernij - tussen 1863 en 1873 - met de levens van gewone mensen is gebeurd, is grotendeels onbekend voor zowel de wetenschap als mensen die nu op zoek gaan naar hun familiegeschiedenis."
NUjij: Uitgelichte reacties