Martina (BVCA): Uitbreiding basismand geen oplossing
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het toevoegen van meer artikelen in de Makutu Básiko, de basismand met primaire levensbehoeften, is geen oplossing voor de prijsstijgingen op het eiland. De oorzaak ligt niet bij de mark-up van de importeur, maar bij de kostprijs van de inkoop.
Dat zegt Robbin Martina, voorzitter van de Belangenvereniging van Curaçaose Agenturen (BVCA) en directeur van handelsonderneming EWT. Voor de producten die zijn opgenomen in de basismand is een maximale mark-up bepaald in de Regeling Makutu Básiko 2022. De regeling wordt per 1 september van kracht. Maar daarna zullen deze producten toch duurder worden, voorspelt Martina.
Vanwege de situatie in de wereld betalen importeurs meer voor de goederen die zij importeren. Dat zal voorlopig zo blijven. De kostprijs van de producten stijgt en daarmee ook het bedrag aan omzetbelasting (ob) dat wordt doorberekend. Een belangrijke factor zijn de transportkosten. Martina: ,,Het was dan ook effectiever geweest de kosten van transport uit te sluiten van de invoerrechten. Daarmee bereik je dat de kostprijs daalt en dus ook de verkoopprijs aan de kleinhandel.” Een andere maatregel die volgens de importeursverenging wél helpt de kwetsbaren in de samenleving verlichting te geven, is het verwijderen van de dubbele schakel in de ob-heffing.
BVCA-voorzitter Martina zegt dat de nieuwe regeling voor de basismand veel ongewenste gevolgen heeft, die voorkomen hadden kunnen worden als er eerder overleg was geweest met de importeurs en supermarkten. Minister Cijntje heeft volgende week een afspraak met BVCA en supermarktvereniging Suvecu. De importeurs hopen op een gesprek vóór 1 september. Want met de regeling zoals die er nu ligt, zal het niet langer rendabel zijn om bepaalde levensmiddelen nog te importeren. ,,Dat is geen chantage, geen dreiging”, zegt Martina. ,,Een importeur calculeert zakelijk en zonder emoties of een artikel wel of niet genoeg voordeel voor het bedrijf oplevert. Van een aantal producten in de basismand is de mark-up verlaagd en is het niet langer rendabel om die in te voeren.” Martina wijst erop dat de uitbreiding niet gaat om 74 items, maar categorieën. Hij noemt als voorbeeld tandenborstels en thee, waarvan alle types en smaken in de nieuwe basismand zijn opgenomen. ,,Terwijl de consument al de keuze had uit een duurder of goedkoper alternatief.”
Martina wijst erop dat de importeurs ook de gevolgen van de wereldwijde economische crisis voelen en net weer opkrabbelen na de coronapandemie. ,,Waarom moeten wij de lasten van de gehele gemeenschap dragen? Uit onderzoek is gebleken dat de ‘costs of doing business’ op Curaçao heel hoog zijn. De ‘return on investment’ voor een onderneming is 2 procent. In de regio is dat 6 procent.” Wat de vereniging echt steekt, is de algemene opinie dat de importeurs ‘over de rug van de gemeenschap woekerwinsten maken’. ,,Dat is echt niet waar”, zegt Martina. ,,Als een bedrijf winst maakt, is dat de beloning voor een efficiënte en innovatieve aanpak. En voor het risico dat je neemt. Als het misgaat, kunnen wij niet aankloppen bij de minister vanuit het algemeen maatschappelijk belang.”
BVCA gelooft, net zoals minister Ruisandro Cijntje (PNP) van Economische Ontwikkeling (MEO) in de dialoog. Martina: ,,We zijn hoopvol en zullen net zo lang om de tafel zitten totdat de minister ons standpunt begrijpt.” Want als het gaat om voedselzekerheid en betaalbaarheid heeft het ministerie van Economische Ontwikkeling, wat de importeurs betreft, de plank volledig misgeslagen.
MEO-minister Cijntje (PNP) zei gisteren tijdens een persconferentie zich ‘niet onder druk te laten zetten’ door supermarkten die waarschuwen dat bepaalde producten waarvoor de maximale mark-up geldt niet meer geïmporteerd zullen worden en dat schaarste dreigt. Minister Cijntje zegt een dergelijke reactie steeds weer te horen, maar wil in gesprek met importeurs en supermarkten ‘samen een oplossing zoeken voor het land’. De MEO-minister liet doorschemeren dat hij niet ziet hoe de uitbreiding van de basismand met 74 productcategorieën kan bijdragen aan grote verliezen bij supermarkten die 20.000 artikelen in de schappen hebben liggen. Bovendien valt het merendeel van de nieuwe producten die in de basismand zijn opgenomen onder de categorie groente en fruit. Groente- en fruitsoorten zijn al jaren uitgesloten van invoerrechten, aldus de minister.
,,Maar als blijkt dat bedrijven inderdaad in de problemen raken, dan moeten we daarover praten en een oplossing zoeken”, zegt Cijntje. ,,We moeten eerlijk zijn met elkaar, open en transparant.” Zijn ministerie zal de cijfers moeten inzien van de supermarkten en de importeurs om te kunnen nagaan of de argumenten die door beide partijen worden aangevoerd reëel zijn. Cijntje: ,,Als dat zo is, dan zijn we bereid om de nodige aanpassingen door te voeren.”
Flinke straf overtreding Prijzenwet
Bedrijven die in strijd handelen met de Prijzenverordening 1961 kunnen een flinke straf opgelegd krijgen. Ook de Regeling Makutu Básiko 2022 is gebonden aan de Prijzenwet. Een ondernemer die zich niet houdt aan de maximale prijsmarge kan tot een gevangenisstraf worden veroordeeld van op z’n hoogst vier jaar of het betalen van een boete die kan oplopen tot 10.000 gulden. Het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) heeft vijf extra controleurs in dienst genomen en het aantal zaken dat met regelmaat gecontroleerd wordt, is verdubbeld, van 23 naar 48 (8 supermarkten, 27 minimarkten en 13 toko’s). De prijsopname van MEO wordt door de consumentenbond, Fundashon pa Konsumidó, geanalyseerd en gepubliceerd.
