Terug naar de krant

De slavernij op Curaçao had vele gedaanten

Leeslijst achtergrond

Slavenregister Vanaf maandag is het mogelijk het slavenregister van Curaçao digitaal te raadplegen. Het is het begin van een onderzoek naar hoe de slavernij op dit eiland de levens van volgende generaties heeft beïnvloed.

Leeslijst

Op het Curaçao van de 18de en 19de eeuw werkten in de meeste landhuizen en op de meeste plantages slechts een handjevol tot slaaf gemaakten. Anders dan op Suriname was de grond op het eiland ongeschikt en viel er te weinig regen voor een grootschalige plantage-economie. Op enkele grote plantages na waren de meeste bedrijven buiten Willemstad klein en gemengd: er werden dieren gehouden en verschillende gewassen verbouwd. De tot slaaf gemaakten op Curaçao stonden vaak dichter bij hun eigenaar dan op de grote plantage-economieën in Suriname.

De slavenregisters van Curaçao zijn gedigitaliseerd en vanaf maandag toegankelijk.

De diversiteit van de vele vormen van slavernij, met al haar nuances, wordt momenteel onderzocht door historici van de Radboud Universiteit, het Nationaal Archief Curaçao en de University of Curaçao Dr. Moises Da Costa Gomez. De eerste resultaten van dat onderzoek worden gepubliceerd op maandag 17 augustus. Dan is het voor iedereen mogelijk het slavenregister en de emancipatieregisters van Curaçao, die de afgelopen jaren getranscribeerd werden door onderzoekers, digitaal te raadplegen op de website van het Nationaal Archief Curaçao.

Het was op 17 augustus 1795 dat Tula, een tot slaaf gemaakte die werkte op Landhuis Knip – een van de belangrijkste plantages van het eiland – de grootste slavenopstand in de Curaçaose geschiedenis leidde. De registers bevatten informatie over de mensen die op het eiland in slavernij leefden tussen 1839 en 1863, het jaar dat in Suriname en op Curaçao de slavernij werd afgeschaft.

Het is het begin van een onderzoek naar hoe de slavernij op Curaçao de levens van de volgende generaties heeft beïnvloed, vertelt projectleider Coen van Galen van de Radboud Universiteit. „We willen kijken naar de levens van al die individuen vóór en na de afschaffing van de slavernij. Zo kun je bijvoorbeeld iets zeggen over de kansen van mensen die in 1863 vrijkwamen. Hoe verschilden hun levens met die van mensen die al eerder vrij waren gekomen, of met die van de witte bevolking op het eiland? Dergelijk onderzoek doen we ook over de bevolking van Suriname.”

Illegale mensenhandel

Curaçao was lange tijd een handelscentrum, waar niet alleen in goederen maar ook in mensen werd gehandeld. Onder de voorwaarde dat Nederland meeging in een verbod op de trans-Atlantische slavenhandel gaven de Engelsen de kolonie in 1815 terug. Na een tijd waarin er toch weer illegale mensenhandel plaatsvond kwam er, opnieuw onder Engelse druk, vanaf 1826 een verplichte registratie van alle slaven op Curaçao. De nu bekende registratie begint pas in 1839, het systeem van voor die jaren is vermoedelijk verloren gegaan.

In de registers staat de naam, de geboortedatum, en de naam van de moeder en eigenaar van de slaafgemaakte genoteerd. Achternamen mochten ze niet hebben. „Je kunt mensen op deze manier volgen tot ze vrijkomen of overlijden. Of zoals ze dat toen oneerbiedig zeiden, ‘uitgevoerd’ werden”, vertelt Van Galen. Curaçao bleef een knooppunt in de kleinschalige slavenhandel in het Caribisch gebied tot enkele jaren vóór de afschaffing van de slavernij in 1863.

Van de slaafgemaakten die langere tijd op het eiland bleven, zijn de levens vrij gedetailleerd te volgen. Hoe oud werden ze, hoeveel kinderen kregen ze, aan wie werden ze verkocht en hoe vaak? Van Galen: „Al die stukjes geven een goed beeld van de slavernijsamenleving en de nuances daarin.”

Want de slavernij op Curaçao had vele gedaanten. Sommige slaafgemaakten werkten als landarbeider, anderen werden verhuurd als zeeman en reisden in slavernij het hele Caribisch gebied door. Weer anderen moesten een eigen handeltje runnen. „Soms komen mensen vrij en duiken ze later weer in de boeken op, omdat ze zelf mensen in eigendom nemen.”

De Curaçaose antropoloog Rose Mary Allen deed eerder al onderzoek naar de voormalig slaafgemaakte bevolking op het eiland. Ze gebruikte hiervoor interviews die zij in de jaren tachtig hield met nakomelingen van mensen die nog in slavernij hadden geleefd, en interviews uit de jaren zestig die door de Nederlandse pater Paul Brenneker en de Curaçaose schrijver Elis Juliana waren afgenomen.

„Een van de belangrijke conclusies is dat er veel armoede was onder de groep die in 1863 vrijkwam”, vertelt Allen. „Er was niet veel ander werk op het eiland, dus sommigen bleven bij hun vroegere eigenaren op de plantages of in de stad werken.” De slavernij was weliswaar afgeschaft, maar het systeem veranderde nog niet meteen. „Beide kanten moesten omgaan met die nieuwe vrijheid. Het gebeurde lang niet altijd dat de vroegere eigenaar de voormalige slaven respecteerde als mens.”

Black box

Voornamelijk voor ouderen die hun hele leven in slavernij hadden geleefd, was die nieuwe vrijheid moeilijk. „Bij jongeren”, zegt Allen, „zie je duidelijk meer de drive om weg te gaan, naar de stad om geld te verdienen, of om Curaçao te verlaten.”

Het digitaliseren van de registers heeft nog meer redenen, zegt Van Galen. „Voor mensen met familie uit, zeg, Noordwest-Europa is het vaak relatief eenvoudig om familie terug te zoeken tot ver terug. Voor veel mensen met voorouders die in slavernij leefden is de periode voor 1863 een black box. Pas na hun vrijlating kregen mensen familienamen. Het vinden van die paar generaties extra, en het harde bewijs dat je familie bestaan heeft en hoe ze leefden, kan voor mensen die nu op zoek gaan heel waardevol zijn.”

Tijdlijn Curaçao

1499
Alonso de Ojeda uit Spanje ‘ontdekt’ Curaçao. De meesten van de oorspronkelijke bewoners, de Caquetio, worden als slaven weggevoerd.
1527
Spanjaarden vestigen zich op Curaçao.
1621
De West-Indische Compagnie (WIC) wordt opgericht: een private onderneming met publiekrechtelijke taken.
1634
De WIC valt Curaçao binnen, de Spanjaarden worden verjaagd. De reden is dat Curaçao een goede haven heeft en gunstig ligt ten opzichte van de Spaanse kolonieën op het vasteland (Tierra Firme).
1650
De eerste plantages worden gevestigd. De verbouw van handelsgewassen wordt geen succes, de bodem van Curaçao is daarvoor te stenig. Er wordt vooral voedsel voor het eiland zelf verbouwd.
1651
De eerste groep sefardische joden uit Amsterdam vestigt zich op Curaçao.
1665
Begin van de slavenhandel. Vanuit West-Afrika worden slaafgemaakten naar Curaçao vervoerd om daar aan te sterken. Ze worden vervolgens verhandeld op de landhuizen Asiento en Zuurzak. De meeste slaafgemaakten worden verscheept naar Zuid- en Midden-Amerika, een klein deel blijft op Curaçao.
1674
Curaçao wordt een vrijhaven en verkrijgt een sleutelpositie in de internationale handel.
1689
Er zijn meer dan 12.800 slaafgemaakten op Curaçao.
1713
Curaçao wordt korte tijd bezet door de Fransen. Daarna neemt het belang van Curaçao als handelshaven af.
1791
De WIC is failliet, Curaçao wordt een Nederlandse kolonie.
1795
Tula leidt een slavenopstand die hardhandig wordt neergeslagen. Tula wordt ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
1800 en 1807
De Britten veroveren Curaçao tweemaal voor korte tijd.
1815
Curaçao valt weer onder Nederlands bestuur.
1863
Na Engeland (1834) en Frankrijk (1848) schaft ook Nederland de slavernij af. Slaveneigenaren worden gecompenseerd met 200 gulden per slaaf. Veel ex-slaafgemaakten vervallen in armoede en blijven afhankelijk van hun vroegere eigenaren.
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 15 augustus 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in