Terug naar de krant

Consumentenbond Bonaire daagt het Rijk voor de rechter: ‘Nederland moet waardig bestaan verzekeren’

Leeslijst achtergrond

Armoede In Caribisch Nederland is armoede een hardnekkig probleem. Een Bonairiaanse consumentenbond spant een rechtszaak tegen het Rijk aan om hier iets aan te doen.

Leeslijst

Als pastoor op een overwegend katholiek ons-kent-ons-eiland komt Marc Hooijschuur (50) bij veel inwoners van Bonaire op bezoek. Wat hij dan vaak ziet: afbladderende verf, verkleurde gordijnen, versleten bankbekleding, een verroeste koelkast. „De daken zijn meestal van golfplaten en de vloeren van beton”, zegt Hooijschuur aan de telefoon.

Wat hij ook vaak ziet: Nederlandse bewindspersonen die op werkbezoek zijn op Bonaire en die zeggen dat het eiland zo mooi is, dat ze goed willen luisteren naar de bewoners, en dat ze de zorgen begrijpen. Hooijschuur: „Ze zijn allemaal welkom hoor, maar het leven van de Bonairianen die het moeilijk hebben, verbetert nauwelijks.”

De eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba werden in 2010 bijzondere gemeenten van Nederland – samen heten ze Caribisch Nederland. Officiële armoedecijfers zijn er niet, maar uit meerdere rapporten blijkt dat armoede er een hardnekkig probleem is. Zo schreef de Nationale Ombudsman in 2019: „De schrijnende armoede op de drie eilanden en de signalen dat hierin weinig verandering komt, baren de Nationale ombudsman zorgen.” In 2015 schreef een commissie onder leiding van oud-minister Liesbeth Spies dat een „omvangrijk deel van de bevolking” dagelijks armoede ervaart.

Lees ook Advies: Nederland moet meer verantwoordelijkheid nemen in het koninkrijk
Sint-Maarten is nog steeds niet helemaal hersteld van de schade die orkaan Irma drie jaar geleden aanrichtte.

Het kabinet belooft al jaren de kwaliteit van leven op de eilanden te willen verbeteren. Tot nu toe lukt dat nauwelijks, blijkt uit het laatste jaarlijkse rapport hierover (2021) van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarom bereidt de Bonairiaanse consumentenbond Unkobon met een Amsterdams advocatenkantoor een rechtszaak tegen de Nederlandse staat voor. „We willen afdwingen dat Nederland óók haar inwoners in Caribisch Nederland van een waardig bestaan verzekert”, zegt Wietze Koopman, die zich binnen Unkobon bezighoudt met de rechtszaak.

Ander belastingsysteem

Koopman (71) verhuisde in 2003 uit Nederland naar Bonaire. Jarenlang werkte hij als belastinginspecteur, nu wilde hij „gaan genieten van het leven”. Met argusogen volgde hij in 2010 de plannen van het Rijk voor de invoering van een nieuw belastingstelstel in Caribisch Nederland. „Er zou een enorme lastenverschuiving gaan plaatsvinden: inkomen en winst zouden minder belast worden en producten meer. De sterkste schouders zouden dus minder gaan dragen en de zwakste meer.”

Het nieuwe belastingstelsel kwam er in 2011 en zorgde voor flinke prijsstijgingen. Op Bonaire betaal je nu zo’n 9,50 dollar (zo’n 9,30 euro) voor een pot pindakaas, en hetzelfde voor een kilo witte druiven. De prijsstijgingen zijn een belangrijke oorzaak van de armoede. Die armoede is namelijk voor een belangrijk deel te wijten aan het grote verschil tussen de prijzen (hoog) en de inkomens (laag). Op Bonaire was het gemiddelde besteedbaar inkomen per huishouden in 2020 31.900 dollar (zo'n 25.900 euro), volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In Europees-Nederland was dat 32.400 euro.

Net als pastoor Hooijschuur komt ook sociaal werker Janny Rombley (33) veel over de vloer bij Bonairianen. „Ik zie lege koelkasten, veel rommel. Als je veel moet werken om rond te komen, heb je vaak weinig energie en tijd over om ook je huis nog opgeruimd te houden.”

Dat veel Bonairianen lastig rondkomen, is niet alleen te zien aan hun huizen, zegt pastoor Hooijschuur. „Ze hebben vaak meerdere banen, omdat ze het met één financieel niet redden. Ik zie dezelfde jongens die overdag in de bouw werken, ’s avonds in hotels werken – als beveiliger. En sommige mensen werken zeven dagen per week.”

Rombley ziet het ook in de supermarkt. „Je kunt hier op krediet boodschappen doen, dan moet je bij de kassa je handtekening op een bonnetje zetten. Bijna dagelijks zie ik dat.” Vóór het nieuwe belastingstelsel zag ze dat ook gebeuren, zegt ze, maar veel minder vaak.

Lees ook Ombudsman: mensonterende armoede onder ouderen in Caribisch Nederland
De Nederlandse en de vlag van Sint Eustatius wapperen voor het Bestuurscollege van het eiland Sint Eustatius.

Wietze Koopman richtte in 2012 met kennissen consumentenbond Unkobon op. Ze zagen hoe de kosten voor levensonderhoud „de pan uitrezen” en wilde iets doen. Ze probeerden bijvoorbeeld het lokale energiebedrijf te overtuigen zijn tarieven niet te verhogen.

Nu maken ze zich al een paar jaar hard voor de invoering van een sociaal minimum in Caribisch Nederland. Dat is het minimale bedrag dat iemand nodig heeft om in de kosten van de eerste levensbehoeften te voorzien. De drie eilanden kennen wel een minimumloon en uitkeringen, maar die zijn te laag en niet gekoppeld aan een door de staat vastgesteld sociaal minimum. Op Bonaire is het minimumloon per uur bijvoorbeeld 6,03 dollar (zo'n 5,90 euro). In Europees-Nederland is dat 10,67 euro (voor een 38-urige werkweek).

In 2019 beloofde het kabinet in toe te werken naar een sociaal minimum voor de drie eilanden. Het berekende daarvoor een bedrag. Dat is nu nog te laag om in de kosten voor levensonderhoud te voorzien, maar het idee is dat het kabinet met bijvoorbeeld subsidies de kosten op de eilanden verlaagt en dat het nu berekende ‘theoretische’ sociaal minimum op die manier een echt sociaal minimum wordt. Het Rijk verhoogt daarom ook met kleine stappen de uitkeringen en minimumlonen.

„Het zijn allemaal druppels op een gloeiende plaat, waardoor hier al jaren niet echt iets is veranderd aan de armoedeproblematiek”, zegt Koopman, die zelf wel goed kan rondkomen. Uit de meest recente beschikbare cijfers van het CBS blijkt zelfs dat in 2020 het aandeel huishoudens in Caribisch Nederland met een inkomen dat lager is dan de gestelde norm juist was toegenomen in plaats van afgenomen – van 28 procent in 2019 naar 29 procent in 2020.

Met enige regelmaat worden er rechtszaken tegen de Nederlandse staat aangespannen, zegt Douwe Jan Elzinga, emeritus hoogleraar staatsrecht. Vaak zonder succes, maar deze zaak acht hij kansrijk. „Je moet wel een heel goed verhaal hebben, wil je artikel 1 van de Grondwet [gelijke behandeling van alle Nederlanders] overtreden.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 7 juli 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in