Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Philipsburg - De rechter op Sint Maarten heeft een ordemaatregel getroffen en Hushang Ansary, Ralph Palm en Clarence Derby verboden om zich voor te doen als statutair directeur van SunResorts ltd nv en bestuursbesluiten te nemen binnen dit bedrijf dat meer dan de helft van de totale activa van Ennia vertegenwoordigt.
Dit op verbeurte van een dwangsom van 100.000 dollar per overtreding van het verbod met een maximum van 10 miljoen dollar. Ook mochten Ansary cum suis hun eigen voor gisteren geplande aandeelhoudersvergadering niet door laten gaan, op verbeurte van een dwangsom van 10 miljoen dollar.
Gisteren berichtte het Antilliaans Dagblad onder de kop ‘Ansary zaait verwarring’ over het kort geding tegen Ansary (in Houston in de Verenigde Staten), Palm (op Curaçao) en Derby (op Sint Maarten). Het gerecht in Philipsburg deed gisterochtend al uitspraak in verband met de verzochte spoedvoorziening.
Het gerecht beveelt tijdelijk een ordemaatregel en tegelijk voortzetting van de mondelinge behandeling aanstaande vrijdag. Dit is om Ansary in de gelegenheid te stellen de processtukken (het verzoekschrift telt 51 pagina’s met 53 producties) goed te kunnen lezen en te vertalen.
Dat is nodig in verband met de verkorte oproepingstermijn vorige week, waardoor Ansary en de zijnen zich in eerste instantie niet goed hebben kunnen verdedigen. ,,Als op datum van heden definitief eindvonnis zou worden gewezen, dan zou daarmee het recht van hoor en wederhoor zijn geschonden”, aldus de rechter gisteren.
SunResorts, waarvan de waarde bestaat uit een perceel grond te Mullet Bay op Sint Maarten, is van groot belang voor Ennia en daarmee de polishouders (met een levensverzekering). Vanaf 2010 vertegenwoordigt Mullet Bay meer dan 50 procent (vermoedelijk circa 55 procent, red.) van het balanstotaal.
Ennia, met Ansary als meerderheidsaandeelhouder, verkeert echter sinds 2018 onder de werking van de noodregeling, mede vanwege een aanzienlijk solvabiliteitstekort als gevolg van grootschalige onttrekkingen enerzijds en overwaardering van Mullet Bay anderzijds.
Als gevolg van de noodregeling voert de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) het bestuur over de Ennia-verzekeringsentiteiten maar ook over Ennia Caribe Holding en EC Investments (ECI), dat de meerderheid van de aandelen in SunResorts bezit, namelijk ruim 93 procent. De CBCS wil in het kader van de noodregeling ten aanzien van Ennia de waarde van SunResorts/Mullet Bay veiligstellen en wellicht zelfs te gelde maken in het belang van de Ennia-polishouders.
Ansary, Palm en Derby stellen zich nu echter op het standpunt dat ECI niet de eigenaar is van SunResorts, maar ‘slechts minder dan 20 procent’ van de aandelen SunResorts bezit.
Ansary zelf is sinds 18 juni 1985 bij de Kamer van Koophandel (KvK) ingeschreven als directeur van SunResorts; vanaf 2011 zelfs als enig statutair bestuurder. Totdat ECI (met de Centrale Bank aan het roer) hem op 1 augustus tijdens een bijzondere aandeelhoudersvergadering ontsloeg en in zijn plaats oud-notaris Mike Alexander en voormalig Soab-directeur (Stichting Overheidsaccountantsbureau) Geomaly Martes benoemde.
Die vergadering vond plaats om 15.00 uur ’s middags. Een paar uur daarvoor, om 11.00 uur ’s ochtends, hield Ansary zijn eigen aandeelhoudersvergadering - dus eerder dan die van ECI - waarbij hij zichzelf herbenoemde en Palm en Derby aanstelde als directeuren van SunResorts.
De CBCS wil een spoedvoorziening om hier een stokje voor te steken, want gevreesd wordt voor grotere schade dan de ruim één miljard gulden waartoe Ansary en meerdere ex-bestuurders van Ennia in november 2021 door het gerecht op Curaçao werden veroordeeld; en dit alles is in het grote nadeel van de duizenden burgers die een spaarpolis bij Ennia hebben lopen.
‘Met mogelijk verstrekkende
gevolgen voor SunResorts’
Naar het oordeel van het gerecht in Philipsburg dient - alvorens definitief op de vorderingen van EC Investments (ECI, bestuurd door de Centrale Bank) te beslissen - een tijdelijke ordemaatregel te worden getroffen. Voor het treffen van deze tijdelijke ordemaatregel is het van belang dat het gerecht voorshands van oordeel is dat de door Ansary voor de gisteren 29 augustus geplande aandeelhoudersvergadering van SunResorts onderwerpen staan geagendeerd ‘die mogelijk verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor SunResorts’ (en daarmee voor Ennia, red.).
Immers, zo vervolgt het vonnis, Ansary stelt zich op het standpunt dat hij, Palm en Derby rechtsgeldig zijn (her)benoemd tot statutair bestuurder respectievelijk statutair directeur. ,,Niet valt uit te sluiten dat er besluiten worden genomen waarbij (forse) investeringen worden gedaan en (aanzienlijke) beloningen worden vastgesteld ten laste van de liquide middelen van SunResorts.” Dit terwijl ECI zich op het standpunt stelt dat ECI met 93,3 procent meerderheidsaandeelhouder van SunResorts is.
De benoemingen op 1 augustus jongstleden van zowel ECI als Ansary betreffen conflicterende benoemingen en hebben geleid tot tegenstrijdige inschrijvingen in de registers van de KvK van Sint Maarten. Mocht ECI gelijk hebben en Ansary niet, dan is juist dat de benoemingen die zijn gedaan op de door Ansary opgeroepen aandeelhoudersvergadering van 1 augustus niet rechtsgeldig hebben plaatsgevonden en dat Ansary niet bevoegd was een aandeelhoudersvergadering voor gisteren op te roepen.
,,Dat ECI c.s. het gelijk aan hun kant hebben kan niet worden uitgesloten”, aldus de rechter. ,,Voormelde feiten en omstandigheden rechtvaardigen naar het oordeel van het gerecht een tijdelijke ordemaatregel totdat eindvonnis in deze zaak is gewezen.”
Overigens wordt de vordering van ECI om Ansary, Palm en Derby te gebieden om zich binnen zeven dagen na datum vonnis uit te schrijven als directeur van SunResorts bij de KvK bij wege van het ontbreken van een spoedeisend belang afgewezen. Immers, zo redeneert de rechter, uitschrijven uit de registers van de KvK kan wachten totdat in dit kort geding eindvonnis gewezen is en voorshands een oordeel wordt gegeven of de stellingen van ECI juist zijn.
Tot het zover is worden Ansary en de zijnen verboden om de aangekondigde aandeelhoudersvergadering van SunResorts te houden en daaraan mee te werken; ook verbiedt de rechter hen om zich voor te doen als statutair directeuir van SunResorts en om bestuursbesluiten te nemen binnen SunResorts of zich naar buiten toe te identificeren als statutair bestuurder/directeur; alsmede een verbod om enige feitelijke- of rechtshandeling te verrichten namens SunResorts en/of om SunResorts op wat voor wijze dan ook te binden aan enige verbintenis en/of verplichtingen richting wie dan ook; en ook zijn Ansary, Palm en Derby verboden een nieuwe vergadering van aandeelhouders van SunResorts bijeen te roepen.
Groot geld en aanzienlijke belangen
Dat het hier om groot geld gaat en aanzienlijke belangen blijkt wel uit het bedrag waarvoor het perceel grond te Mullet Bay van SunResorts in de boeken van SunResorts stond. Namelijk met een waarde van niet minder dan 436 miljoen dollar, zo leest het Antilliaans Dagblad in het vonnis van gisteren. En dan te beseffen dat de waarde van SunResorts ruim de helft van de totale bezittingen van Ennia vertegenwoordigt, als zekerheid en dekking voor de vele duizenden polishouders en verzekerden - vooral op Curaçao - van Ennia.
Volgens een taxatie die op aandringen van de Centrale Bank CBCS in 2016 - twee jaar vóór de noodregeling bij Ennia - is verricht door taxateur CBRE vertegenwoordigt de waarde van Mullet Bay echter een bedrag van slechts 35 miljoen. Dus: ruim 400 miljoen dollar (zo’n 712 miljoen gulden) minder dan waarvoor het op de balans stond. Op papier.
Ná het instellen van de noodregeling over Ennia in juli 2018 heeft er opnieuw een taxatie plaatsgevonden van Mullet Bay. Door Cushman & Wakefield en door Jones Lang LaSalle; en deze hebben geconstateerd dat de werkelijke waarde van Mullet Bay ‘een fractie bedroeg’. Van de waarderingen zoals deze in de boeken stonden vermeld.
Na de door het gerecht op Curaçao uitgesproken noodregeling hebben de Ennia-entiteiten - bestuurd en aangestuurd door de CBCS - onder meer Ansary, Palm en de vennootschap Parman (sinds 2005 aandeelhouder van Ennia, terwijl Ansary 77 procent van Parman bezit) aansprakelijk gesteld voor hun handelen en nalaten in verschillende hoedanigheden bij Ennia. Het gerecht in Willemstad heeft in deze zaak op 20 november 2021 uitspraak gedaan en de vorderingen van Ennia/CBCS grotendeels toegewezen, waaronder dat de door Ansary en consorten toegebrachte schade ruim een miljard bedraagt. Hiertegen hebben Ansary en de overige ex-bestuurders van Ennia hoger beroep ingesteld. In het hoger beroep is nog geen vonnis gewezen.
