RTL Nieuws RTL.nl

Let op, binnenkort verhuist RTL Nieuws naar RTL.nl

Al onze nieuwsberichten en video’s vind je straks op RTL.nl.

Neem alvast een kijkje

Ga naar de inhoud
Nederland

Schoenmaker Tico geeft probleemjongeren een toekomst: 'Zonder hem was ik in de bak beland'

Tico Roozendal voor zijn zaak in Zoetermeer. Beeld © Esther Maas /Maasmaker

Tico (52) is schoenmaker, maar voor veel jongeren in Zoetermeer is hij veel meer dan dat. Op het moment dat de hele wijk hen liever kwijt dan rijk was, besloot Tico met ze te gaan praten. Hij gaf ze een kans en een toekomst. Vincent (25) was zo'n jongere. "Tico is voor mij een tweede vader. Ik heb alles aan hem te danken."

In de Zuid-Hollandse stad is Tico Roozendaal een begrip. Niet alleen vanwege zijn ontwapenende glimlach of omdat hij als schoenmaker internationale prijzen in de wacht heeft gesleept. Het komt ook niet omdat topvoetballer Leroy Fer een goede vriend van hem is (zie foto onderin het artikel) en hij vorig jaar bij premier Mark Rutte in het Torentje mocht komen.

Hangjongeren

Nee, de meeste mensen in Zoetermeer kennen Tico omdat hij het winkelcentrum waar hij zijn schoenmakerij had, wist om te toveren van een 'ghetto', zoals hij het zelf noemt, naar een plek waar mensen graag hun boodschappen komen doen.

Tientallen jongeren die jarenlang voor overlast zorgden, nam hij onder zijn hoede. En hij zorgde er voor dat ze weer op het rechte pad kwamen. 

Opgevoed door oma

Tico's verhaal begint in Willemstad, Curaçao, waar hij is geboren. Zijn moeder was bij zijn geboorte pas 16, zijn vader 18. Daarom ontfermde zijn oma zich vanaf dag één over hem. "Zij heeft mij opgevoed, en dat heeft ze heel goed gedaan. Ze heeft me geleerd voor iedereen respect te hebben. Ze was een hele bijzondere vrouw."

Tico heeft er nooit moeite mee gehad dat zijn ouders hem niet konden grootbrengen. "Ik heb het niet gemist. Omdat we met veel ooms en tantes in één huis woonden, was er altijd wel iemand die mij in de gaten hield. Ook zij hebben mij mee opgevoed. Ik moest me gedragen, anders kreeg ik straf."

Tico beschrijft zijn jeugd als 'heel fijn'. "We woonden met z'n twintigen in één huis. Er was altijd reuring en gezelligheid. En ik heb altijd een goede band gehad met mijn vader en moeder."

Maar toen Tico 17 was, overleed zijn oma. "Dat was een harde klap. Ze was alles voor me." Even dreigde hij na haar dood het verkeerde pad op te  gaan. "Ik had één groep vrienden die netjes naar school ging en huiswerk maakte, maar ik had ook een vriendengroep die met drugs bezig was. Zij gebruikten 'base', een soort goedkope cocaïne, en dealden daar ook in."

'Zorg dat je wegblijft van die rotzooi'

Tico vertelt over de spagaat waarin hij zat. "Aan de ene kant had ik mijn vrienden die gewoon naar school gingen, net als ik. Maar die andere groep, die bezig was met drugs, waren ook echt mijn vrienden. Hoewel ik wist dat wat ze deden fout was, waren het wel mijn vrienden."

Toch heeft Tico zelf nooit drugs gebruikt of gedeald. "Dat komt door mijn oma. Zij zei altijd: zorg dat je wegblijft van die rotzooi. Dat is me altijd bijgebleven. En ik heb naar haar geluisterd."

Toen Tico klaar was met de middelbare school, ging hij bij zijn vader wonen op Sint Maarten. Die had daar een schoenmakerij. "Hij wilde heel graag dat ik in Nederland de opleiding tot schoenmaker zou volgen. Dus dat heb ik toen gedaan."

'Je bent hier thuis' 

Op zijn 18de kwam Tico naar Nederland. "Ik landde op een vrijdag, op maandag had ik een sollicitatiegesprek bij Van Dalen, het bedrijf waar ik mijn leer-werktraject zou volgen. En op dinsdag kon ik beginnen. Ik ben heel goed opgevangen en geholpen door mijn collega's daar."

"Zij gaven mij meteen het gevoel: je bent hier thuis, en als er iets is staan wij voor je klaar. Fantastisch. Tot op de dag van vandaag ben ik heel blij met de kans die ik daar gekregen heb."

Tico paste zich snel aan aan de Nederlandse gewoonten. "Hier in Nederland is het: regels zijn regels, tijd is tijd. In Curaçao is het meer: als het vandaag niet komt, komt het morgen wel. Toch had ik daar geen moeite mee. Ik ben naar Nederland gekomen om iets van mijn leven te maken, en dan moet je je aanpassen."

Eigen zaak, in een slechte buurt

Hij bleek talent te hebben voor het schoenmakersvak. Dat zag ook zijn baas. Toen die op een moment één van zijn filialen van de hand wilde doen, vroeg hij aan Tico of-ie de zaak wilde kopen. "Ik was pas 27, maar ik ben het avontuur aangegaan."

Hoewel hij blij en trots is, loopt het niet meteen op rolletjes. "Het winkelcentrum waar mijn zaak gevestigd was, was een rotzooi. Hangjongeren die agressief waren en voor veel overlast zorgden. Het leek wel een ghetto."

Chips en limonade

Waar andere winkeliers de confrontatie aangingen met de hangjongeren, wat regelmatig uitmondde in problemen, besloot Tico het anders aan te pakken. "Ik ben op een dag naar ze toe gelopen en zei: morgenavond, na sluitingstijd, gooi ik mijn zaak voor jullie open. Jullie mogen dan binnenkomen en ik ga jullie het vak leren."

De volgende dag stond zijn hele werkplaats vol met jongens die wel benieuwd waren. "Ik had chips en limonade geregeld, en ben ze gaan uitleggen hoe het werkt. Ik leerde ze schoenen oplappen en sleutels maken. De jongens die het in de vingers hadden, mochten bij mij komen werken en zelfs de opleiding doen. En de anderen kwamen gewoon voor de gezelligheid."

Tekst gaat verder onder het kader

'Tico is mijn redding geweest'

Een van de jongeren die Tico op het rechte pad heeft weten te krijgen, is Vincent (25). "Toen ik elf jaar was, ging het eigenlijk al mis. Ik pikte fietsen, stookte fikkie, gooide wel eens een steen ergens door een ruit", vertelt hij. "Ik was op mijn elfde misschien al wel twintig keer opgepakt door de politie."

Waarom hij die dingen deed? "Het lag niet aan mijn ouders, die deden wat ze konden. Maar ik was gewoon niet te temmen, ik had op jonge leeftijd al een grote bek. En een visie. Ik wilde heel veel geld gaan verdienen en de rest kon de tandjes krijgen. Ik was agressief. Ik was nog een kind, maar deed wel foute dingen."

Ook Vincent hing rond in het winkelcentrum waar Tico zijn winkel had. "Daar zorgden we voor overlast. We gingen gewoon herrie schoppen uit verveling. Alle winkeliers haatten ons en scholden ons uit, maar Tico niet. Die zei op een dag: kom maar naar de winkel, dan ga ik jullie het vak leren. Ik ben toen meegegaan, en dat is mijn redding geweest."

Zo ziet Vincent het echt. "Als hij me niet naar binnen had gehaald, was het honderd procent zeker fout afgelopen, dan was ik crimineel geworden. Dan had ik nu in de bak gezeten, of erger. Maar Tico heeft me een baan gegeven. Ik heb nu werk, ik heb geld, ik heb een mooie vriendin en een mooie auto, dus ik heb geen enkele reden meer om het verkeerde pad te kiezen."

'Hij leerde ons respect te hebben'

Maar hoe heeft Tico hem dan geholpen? "Tico luisterde naar ons. Hij was er echt voor ons, probeerde te helpen als we een probleem hadden. Hij behandelde ons met respect en leerde ons om anderen met respect te behandelen. Hij nam ons mee naar voetbalwedstrijden, liet ons zien dat het ook anders kon. Hij gaf ons een kans en zei: laat maar eens zien wat je dan wel kan."

"Ik ben sterk geworden omdat ik nee durf te zeggen, dat heeft hij me geleerd. Inmiddels gaat het al 14 jaar heel goed met me, dankzij Tico. Officieel is hij mijn baas, maar eigenlijk is hij mijn tweede vader. Ik heb alles in mijn leven aan hem te danken."

Eén voorwaarde: géén herrie

Het werd een groot succes. "Eerst deden we het alleen op woensdag, later ook op vrijdag. Soms gingen we na afloop voetballen of rugbyen. Maar altijd op één voorwaarde: na afloop rustig naar huis, zonder herrie, zonder ruzie. En dat deden ze. Die gasten hadden echt respect."

Een win-win-situatie, zo omschrijft Tico het. "Zo hadden de jongeren een plek waar ze terecht konden, en hadden de klanten in het winkelcentrum geen last meer van ze."

'Als ik het kan, kan jij het ook' 

Tico legt uit waarom zijn aanpak werkte. "Iedereen zag hen als hangjongeren of criminelen. En ze deden ook dingen die niet door de beugel konden. Maar ik zag ook wat er achter hun acties schuilging. Sommigen hadden thuis geen eten, ouders die voortdurend ruzie hadden, of zwaar in de schulden zaten. Dan is het ergens niet gek dat je op straat gaat hangen en verkeerde dingen gaat doen."

Daarom dacht Tico: "Ik moet ze naar binnen halen en ze mijn verhaal vertellen. Laten zien dat als je hard werkt, je ook succesvol kunt worden. Als ik het kan, kan jij het ook. Dat idee."

Hij doet alles om de jongeren te helpen. "Als ze honger hadden, gaf ik ze te eten. Ik bood hen een veilige haven, en liet ze zien dat het ook anders kan. Dat er altijd een andere optie is. Ik luisterde naar hun problemen en behandelde ze met respect. En daar krijg ik ook veel respect voor terug."

Leroy Fer

Respect krijgt Tico niet alleen van de jongeren. Ook zijn (soms beroemde) klantenkring weet hem te waarderen. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat we het interview regelmatig moeten onderbreken omdat bekenden een praatje met hem willen maken, maar ook door de lovende woorden die hij krijgt van voetballer en vaste klant Leroy Fer, die inmiddels ook een goede vriend is.

'Zijn woorden komen recht uit zijn hart'

"Tico heeft een heel groot hart", vertelt Fer aan RTL Nieuws. "En dat laat hij vaak genoeg zien. Niet alleen helpt hij jongeren met hun problemen, ook gaat hij ieder jaar langs bij een verzorgingshuis, waar hij samen met de jongeren de schoenen opknapt van de ouderen die daar wonen. Ook neemt hij ieder jaar een groep van zo'n 30 kinderen mee naar de kermis, die daar vanwege hun thuissituatie nooit zouden komen."

Fer leerde Tico zo'n 12 jaar geleden kennen. "Mijn moeder liet altijd haar schoenen door hem maken. Ze zag meteen dat hij een goede man is, en toen ik een keer meekwam naar zijn winkel, zag ik dat ook. Hij is heel positief en oprecht. Hij is altijd zichzelf, bij iedereen. Iedereen mag hem ook. Hij brengt mensen samen, luistert naar ze en probeert altijd te helpen. Zijn woorden komen recht uit zijn hart, en daarom luisteren mensen."

'Je moet wel vechten, het komt niet vanzelf'

Tico zelf is ook trots op wat hij in de afgelopen jaren heeft bereikt. Hij heeft samen met zijn vrouw drie kinderen: een dochter (28) en twee zoons (23 en 20). Inmiddels heeft hij niet één, maar vier schoenmakerijen in Zoetermeer, en ook nog een cadeauwinkel. Zijn droom voor de toekomst? "Ik hoef geen groter huis, of een mooiere auto. Ik wil dat alles goed gaat met mijn kinderen, en dat zij het nog beter gaan doen dan ik."

Voor jongeren die op dit moment in de put zitten heeft hij een boodschap: "Geef nooit op. Probeer altijd jezelf te blijven en denk positief. Als ik het kan, kun jij het ook zo ver schoppen. Maar je moet er wel voor vechten, het komt niet vanzelf."