Foto: John Samson

DEN HAAG – Wat betekent het voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten om zelf hun eiland te besturen? En waarom grijpt Den Haag in? De Curaçaose advocaat Aubrich Bakhuis promoveert hier vrijdag op aan de Erasmus Universiteit.

Het onderzoek komt op een interessant moment uit. De Rijksministerraad heeft vorig jaar besloten dat Curaçao fors moet bezuinigen. Het eiland probeert nu deze ‘aanwijzing’ van tafel te krijgen.

Sinds 2012 werd er vaker ingegrepen op de eilanden of wordt daarmee gedreigd. Is de macht van politiek Den Haag toegenomen?
“Ik denk dat Den Haag meer gebruik is gaan maken van de mogelijkheden die er al waren op basis van het Statuut. Wat nieuw is, is dat Den Haag tegen de gouverneur zegt: u krijgt een aanwijzing en u doet wat wij willen. Iemand heeft bedacht dat kan.”

Curaçao wil dat over haar begroting Den Haag niet meer het laatste woord krijgt. De afspraak was: hooguit vijf jaar lang toezicht.
“Exact. En dat is wat ik hier zo ernstig aan vind. Den Haag heeft tijdens het spel de spelregels veranderd en tot twee keer toe besloten dat het toezicht verlengd wordt.”

“De afspraak was: als zou blijken dat Curaçao drie jaar lang haar begroting op orde heeft. En dat was ook het geval: in 2013, 2014 en 2015. Den Haag erkende dat weliswaar, maar was het niet eens met de manier waarop het financieel beheer van Curaçao functioneerde; het voldeed op dat moment nog niet aan wat er van Curaçao kon en moest worden verwacht.”

En nu?
“Curaçao kan niet naar de rechter stappen. Het komt erop neer: Nederland bepaalt voor Curaçao wanneer de tijd rijp is. Dit is een inbreuk op de financiële autonomie van Curaçao.”

“Voor de goede orde: ik geef geen oordeel of financieel toezicht wenselijk is of niet. Maar de realiteit is: dit zijn niet de afspraken.

Sommige politici op Curaçao noemen het machtsmisbruik.
“Machtsmisbruik zou ik zelf niet zeggen, daar zit een bepaalde lading aan. Maar het komt op hetzelfde neer, als het gaat om het verlengen van het toezicht op de financiën. Het is vervelend om te zeggen, maar omdat Nederland groter is en het voor het zeggen heeft, komt het heel onrechtvaardig over. Ik noem het rechtsstatelijke powerplay.”

In 2010 kreeg Curaçao zelfbestuur, maar ook streng toezicht op hun financiën. Alles om enorme schulden te voorkomen. Heeft Curaçao vrijwillig zeggenschap ingeleverd aan Den Haag?
“Dat zou je in eerste instantie kunnen zeggen. Ik heb voor mijn onderzoek betrokkenen gesproken die vlak voor de ontmanteling van de Nederlandse Antillen met Nederland hebben onderhandeld. Die zeiden: wij zijn tijdens de onderhandelingen voor de schuldsanering flink onder druk gezet.”

“Als jij 300.000 euro schuld hebt en je kunt nergens terecht voor hulp. En ik zeg: ik kan het vandaag nog kwijtschelden, maar dan moet je doen wat ik zeg. Als je dan niet anders kunt, is het een gedwongen keuze.”

Volgens politici op de eilanden is de gouverneur een marionet van Den Haag geworden.
“In mijn proefschrift heb ik het standpunt ingenomen dat het geven van instructies vanuit Den Haag aan de gouverneur er niet is om in te grijpen in het bestuur van de landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Zo werkt dat niet. Je brengt de gouverneur echt in een lastig parket om iets te doen waar die niet voor geschikt is en toe bevoegd is.”

Dit is de rol van een gouverneur

Aruba, Curaçao en Sint-Maarten hebben elk een gouverneur. Hij of zij is de directe vertegenwoordiger van koning Willem-Alexander op de eilanden. Bijvoorbeeld bij officiële ontvangsten of bij het uitreiken van een koninklijke onderscheiding op het eiland.

Daarnaast is de gouverneur het hoofd van de regering van het eiland. In die rol zet hij of zij de definitieve ondertekening bij een besluit. De gouverneur kan dat weigeren als daar goede redenen voor zijn, maar dat gebeurt zelden.

Politiek Den Haag wint altijd, omdat die uiteindelijk over de spelregels gaat; een goede samenvatting?
“In een democratische rechtsstaat is er altijd een balans tussen machten. De rechter, parlement en bestuur houden elkaar in evenwicht. Maar als je kijkt naar de verhoudingen in het Koninkrijk, is er een probleem. De Rijksministerraad, de bestuurlijke macht, kent nauwelijks een tegenmacht.”

Hoe krijgen de eilanden dan meer gelijkwaardigheid?
“Door zich openlijk te blijven uitspreken. Dat ook Kamerleden zich meer sterk gaan maken voor meer gelijkwaardigheid en minder powerplay. Door kritische vragen te stellen en de ministers op het matje te roepen over het ingrijpen op de eilanden. Door meer transparantie te eisen over de besluitvorming.”

“Als Nederland internationaal gezien het braafste jongetje van de klas wil zijn in hoe het omgaat met de voormalige koloniën, dan mag Den Haag dat maar laten zien. En als dat de landen niet bevalt, zullen zij de route van de Verenigde Naties moeten bewandelen.”